WILHELMINASLUIS  

 ANDEL

20 november 1944 Brakel Mustang

In de middag van 20 november 1944 stort om ongeveer 13.30 uur in de polder Brakel een geallieerd jachtvliegtuig neer. Aanvankelijk is er enige twijfel over de nationaliteit van de vlieger, in een brief van 13 november 1945 aan de Commissaris van het Militair Gezag te Arnhem heeft de Burgemeester van Brakel, W.J. Pos, het nog over de “Engelschman R.L. Lapham D.-823094, T43”.

Het blijkt echter niet om een Engelse piloot te gaan, maar om de Amerikaanse First Lieutenant, U.S. Army Air Forces, Richard L. Lapham van het 38th Fighter Squadron, 55th Fighter Group, die met zijn Mustang P-51D 44-14586 "Phyllis Jean" in de buurt van Brakel crasht. Lapham wordt in eerste instantie overgebracht naar een Duits Feldlazarett. Of hij toen al niet meer leefde of later is gestorven is niet duidelijk (na-oorlogse rapporten hebben het in ieder geval over “Killed in Action”), maar wel zeker is dat hij wordt begraven op het kerkhof in Brakel.    

 Richard L. Lapham neemt dienst vanuit Florida en krijgt als nummer O-823094. Op 16 juli 1944 wordt hij als 2e Luitenant geplaatst bij het 496e Fighter Training Group, 555 e Fighter Training Squadron in Goxhill, Engeland.

 Op 2 augustus 1944 rondt hij zijn training af en een dag later wordt hij bij het 38e Fighter Squadron van de 55e Fighter Group in Wormingford ingedeeld.  

Na een aantal missies vernietigt hij in een luchtgevecht  in de buurt van Erfurt, Duitsland, een Me-109. Zijn bevordering tot 1e Luitenant volgt op 6 oktober 1944, waarna hij op zijn 36e missie omkomt bij een crash in de buurt van Brakel. Eerst wordt hij nog opgegeven als “Misssing in Action”, wat al snel wordt veranderd in “Killed in Action”. Hij is onderscheiden met een Air Medal met 3 Oak Leaf Clusters, alsook met een Purple Heart (posthuum).

Na bommenwerpers te hebben geëscorteerd op een vlucht naar Siegburg is Lapham met zijn collega’s op de terugweg op zoek naar gronddoelen en zo komen ze in de buurt van Werkendam terecht.

Er is een rapport (MACR No. 10331) van zijn meerdere, captain Dorman L. Castle, over de laatste momenten van de missie van Lapham:

 "I was leading Yellow section of Program squadron with Lt. Lapham as my element leader.  We were flying on a course of between 330 and 350 degrees at approximately 500 to 1000 feet, flights in trail stacked down.  We crossed a large river about 300 to 400 yards to the right of a four or five span bridge of which two spans were partly in the water.  As we crossed to the north side of the river, light flak sprayed the area inside our squadron.  I broke up and slightly to the left into the clouds at approximately 1,500 feet." 

"As I broke I glanced down and saw a ship, probably Lapham's below me and heading in the same direction and it appeared to be heading down at a slight angle. I could not see anything wrong with it and was apparently under control.  I then went into the clouds and did not see any other ships except my number two and four men who were still with me." 

Op 19 maart 1946 verklaart de toenmalige Gemeentesecretaris van Brakel, J. van Dalen, het volgende:

“Op 20 november 1944 te omstreeks 13.00 uur vloog een geallieerd vliegtuig, vermoedelijk een jager, in zuidelijke richting over Brakel. Het vliegtuig was klaarblijkelijk door de Duitsche luchtafweer, welke in de buurt van Brakel stond opgesteld, getroffen want het verloor snel hoogte. Nadat het achter de huizen verdwenen was, hoorde ik een klap zoodat ik de indruk kreeg dat het vliegtuig was neergestort. Dit is later ook juist gebleken, het vliegtuig was in de gemeente Brakel neergestort, waarbij de piloot om het leven was gekomen. Officieele inlichtingen betreffende de identiteit van de piloot heb ik nooit ontvangen, noch komen deze voor in het archief van kerkhof of gemeentehuis.

De begrafenis is verzorgd door leden van de Duitsche weermacht, welke hier in de buurt gelegerd waren, met behulp van twee Nederlanders, genaamd: Van Heusden, wonende aan de Meidijk te Zuilichem en Johan van Dalen, wonende te Brakel. Dit heeft plaats gehad de volgende dag, dus 21 november 1944.”

Richard L. Lapham wordt dus eerst begraven in Brakel, maar op 27 maart 1947 wordt hij opgegegraven door de Amerikaanse gravendienst en overgebracht naar de Amerikaanse militaire begraafplaats in Neuville en Condroz in België. Daar rust hij in  Vak B Rij 43 Graf 28.

Lang is aangenomen dat Lapham crashte bij de Wilhelminasluis. In gesprekken met ex-bewoners wezen die een plek aan achter de oostelijke bebouwing, op de grens van water en land.

In juli 2022 komt er ander nieuws over deze crash. Addie Kolbach (Poederoijen) krijgt van familie informatie over de crashplaats van Lapham. Hij crasht niet bij de sluis, maar in de polder ten zuiden van Brakel. 

Met een metaaldetector en met toestemming van de eigenaar van het land weet Addie materiaal van de Mustang te vinden. 

 Op zaterdagochtend 19 november 2022 wordt nabij de crashplaats een herinneringsbord geplaatst in de berm van de Verdrietweg in Brakel.          











                        terug naar Oorlog in de Regio